Al een jaar houdt de coronacrisis ons bezig. Inmiddels zijn de vaccinaties begonnen. Ook een deel van de inwoners van gemeente Beesel is inmiddels gevaccineerd. Burgemeester Bob Vostermans gaat daarom met deze inwoners in gesprek. Hoe kijken zij terug op het afgelopen jaar, maar vooral hoe zien zij de toekomst nu ze gevaccineerd zijn? Deze keer gaat de burgemeester in gesprek met drie dames bij de open inloop van de Offenbeckerhof, mevrouw Smeets, mevrouw Custers en mevrouw Vintcent.
Ondanks hun hoge leeftijd, ze zijn alle drie de tachtig ruim gepasseerd, zijn de drie dames nog behoorlijk actief. Mevrouw Custers zet tochtjes uit voor de scootmobielclub en ze gaat regelmatig langs bij mensen die behoefte hebben aan wat gezelligheid. Helaas kan dat nu niet vanwege corona. ‘Ik spreek ze nog wel via de telefoon, of als ik iemand toevallig buiten tegen kom’. Alle drie gaan ze ook graag naar de open inloop van de Offenbeckerhof. Zeker in deze tijd is dat heel belangrijk voor ze. ‘Zo kom je toch nog met veel mensen in contact’ geeft mevrouw Custers aan. Mevrouw Vintcent vindt vooral het samen eten fijn. ‘En we leggen graag een kaartje samen’ vult mevrouw Smeets aan.
Burgemeester Vostermans is benieuwd hoe de dames het afgelopen jaar beleefd hebben. Mevrouw Smeets is erg voorzichtig geweest. ‘Ik heb eigenlijk niemand op bezoek gehad. Af en toe kwamen mijn twee jongens om de beurt langs. Beide schoondochters werken in de zorg, dus die zijn extra voorzichtig.’ Mevrouw Vintcent heeft zich slecht gevoeld. ‘Ik heb mijn kleinkinderen en achterkleinkinderen helemaal niet gezien.’ Voor haar was het extra fijn dat de open inloop er was. Mevrouw Custers is zelf goed ziek geweest. ‘Ik had een griep, zo erg had ik die nog nooit gehad. Dit was ongeveer een jaar geleden en heeft wel vijf of zes weken geduurd. Ik denk dat het corona is geweest.’ Gelukkig is mevrouw Custers weer helemaal opgeknapt en voelt ze zich weer prima. Ze is niet bang voor het virus, maar is, net als de andere twee dames, erg voorzichtig. ‘Ik kom nergens, alleen in de Offenbeckerhof. Hier worden de maatregelen goed nageleefd.’
Ik heb mijn kleinkinderen en achterkleinkinderen helemaal niet gezien.
Het moeilijkst voor alle drie de dames is dat ze hun kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen niet kunnen zien. De burgemeester vraagt aan mevrouw Custers wat dat met haar doet. ‘Het is moeilijk, maar ik kan er mee omgaan. We hebben veel contact via de telefoon. Mijn dochter en zoon hebben allebei een eigen zaak en die ook allebei gesloten zijn. Daar maak ik me zorgen over. Ik probeer goede energie in te brengen en zou graag bij ze op bezoek gaan om dat te doen’. ‘Gelukkig is het lang goed weer geweest’ vult mevrouw Smeets aan, ‘dan kun je ten minste buiten nog mensen zien.’
Bob Vostermans wil van de dames weten of ze al zijn gevaccineerd. Mevrouw Smeets en mevrouw Vintcent hebben beide prikken gehad. Mevrouw Custers krijgt op de dag van het gesprek haar tweede prik. De drie dames hebben er weinig tot geen last van gehad. Alleen mevrouw Vintcent had wat spierpijn en een kriebelend gevoel in haar arm. Mevrouw Custers heeft even getwijfeld. ‘Je weet niet precies wat je krijgt ingespoten’. Maar de dames raden iedereen aan zich te laten vaccineren. ‘Als we allemaal zijn ingeënt, dan pas zal ik weer wat meer durven los te laten’ geeft mevrouw Smeets aan. Dat geldt ook voor mevrouw Custers. ‘Er mag straks misschien een beetje meer, maar we kunnen nu niet van alles weer gaan doen. Je zal er altijd op moeten letten tot iedereen gevaccineerd is.’
Als we allemaal zijn ingeënt, dan pas zal ik weer wat meer durven los te laten
‘Je moet leuke dingen blijven doen, zoals met de kinderen en de kleinkinderen bellen. Je gaat die kleine dingen meer waarderen, we moeten meer genieten van de kleine dingen’ geeft mevrouw Custers aan als burgemeester Vostermans vraagt of corona ook iets positiefs heeft gebracht. Ook mevrouw Smeets en mevrouw Vintcent zijn positief over de toekomst. Ze hopen dat ze weer snel op bezoek kunnen bij familie. ‘Lekker samen met z’n allen bij elkaar zitten’, zegt mevrouw Vintcent. De burgemeester vraagt wat de dames graag weer willen doen als er meer ruimte is. ‘Als eerst ga ik bij mijn kinderen op bezoek’ geeft mevrouw Custers aan. ‘Daarna zal ik langzaam opbouwen wat ik voorheen ook deed voor de gemeenschap’. Mevrouw Custers voelt zich bevoorrecht. ‘Ik ben nog steeds goed in de kop en kan nog veel, zeker met mijn scootmobiel’. Haar positieve manier van in het leven staan probeert ze anderen ook mee te geven. ‘We moeten niet blijven hangen in het negatieve!’
We moeten niet blijven hangen in het negatieve!